dapper

Een paar weken geleden was er Alpe d’Huzes en daar kwam mijn ergernis weer veelvuldig voorbij; kankerpatiënten die bevraagd werden op hun leven, hun behandeling en de wijze waarop zij dat ondergaan. Steevast wordt zo’n gesprekje afgesloten met een misplaatst applaus en het benoemen van de dapperheid van de patient en hoe ongelofelijk knap het is dat zij zich ‘zo goed houden’ in die o zo moeilijke tijd. Hoewel optimisme gedurende zo’n periode heel goed schijnt te zijn -men weet niet hoe het werkt, maar optimisten schijnen een betere kans op herstel te hebben dan pessimisten- is er van moed geen sprake en ongelofelijk knap kun je het toch ook niet noemen, dat patiënten zich blootstellen aan een behandelvorm die de enige mogelijkheid op herstel in zich draagt. Het enige dat er gevraagd wordt is een passief ondergaan van de chemotherapie en/of bestralingen. Dit is niet altijd even makkelijk, maar zeker ook geen doorlopende hel -ik spreek uit ervaring- en daarom zou ik willen vragen om op te houden met kankerpatiënten dapper te noemen. Zijn mensen die herstellen van een open-hartoperatie dapper? Mensen die besmet zijn met een HIV-virus worden nog altijd veelal met de nek aangekeken [eigen schuld, dikke bult], terwijl ik eigenlijk geen verschil zie; groepen mensen die een medicinale therapie ondergaan om in leven te blijven. Allemaal mensen die niet actief vechten voor hun leven, maar passief een behandeling ondergaan. Niet roepen dat ze dapper zijn, maar gewoon tijdens het bezoekuur langskomen voor een knuffel!

De mevrouw in deze TEDtalk begrijpt precies wat ik bedoel: