spinoza

Een opdracht voor school: lees een biografie van iemand die je inspireert en schrijf er een persoonlijk verslagje van:

spinoza

“De menselijke handelingen niet bespotten, niet betreuren, niet veroordelen, doch begrijpen…”

Baruch de Spinoza werd geboren op 24 november 1632, binnen de nieuwe joodse gemeenschap in Amsterdam die zich vanaf het eind van de 15e eeuw vormde uit joodse immigranten afkomstig vanuit Spanje en Portugal, waar in de jaren ervoor op grote schaal vervolging en verplichte bekering van de joden voorkwam vanuit de katholieke inquisitie. Hij volgt eenvoudig onderwijs en studeert verder aan de talmoedschool. Zijn moeder overleed al op jonge leeftijd en samen met zijn broer neemt hij al vroeg noodgedwongen het handelshuis van zijn vader over, nadat hij was overleden.

Veel is niet bekend uit zijn vroegere leven van voor de bekende excommunicatie [of preciezer: herem] uit 1656, maar hij lijkt al vroeg in contact te zijn gekomen met de zogenaamde collegianten. De collegianten zijn een groep vrijdenkende reformisten die hun samenkomsten koppelen aan ‘colleges’ over allerhande onderwerpen. Het is de tijd van ongekende wetenschappelijke vooruitgang en Spinoza ontpopt zich als een ware homo universalis met een enorme honger naar kennis en een grote nieuwsgierigheid naar de stand van zaken op velerlei gebied. Hij wordt met name gevormd door de ideeën van de Franse filosoof René Descartes; een visionair die toen al de contouren van de huidige natuurwetenschappen wist te schetsen. De collegianten vormen zijn hechte vriendenkring, maar zorgen door hun vrijzinnige ideeën ook voor zijn slechte naam binnen de joodse gemeenschap en hij wordt al vroeg door deze denkbeelden verbannen uit die gemeenschap. Hij verlaat Amsterdam en zal voortaan van het slijpen van lenzen gaan leven; een hoogwetenschappelijk ambacht en men zegt dat hij zelfs nog lenzen voor Constantijn Huijgens zou hebben geslepen. Uiteindelijk zal de blootstelling aan het slijpstof in zijn longen in 1677 zijn dood worden.

Wanneer je bovenstaande afbeelding bekijkt, zie je eigenlijk ogenblikkelijk de zachtaardige natuur van Benedictus [Benedictus is de Latijnse variant van Baruch; het betekent ‘de gezegende’]. Ook in biografieën komt hij als zodanig naar voren. Hij brengt zijn leven grotendeels onder gelijkgezinden door. Hij is zich heel bewust van het belang van zijn gedachtengoed en lijkt te beseffen dat de impact ervan pas na zijn dood zal blijken, wanneer de tijd en de samenleving er rijper voor zijn. Binnen zijn kring wordt hij als leraar en misschien zelfs wel als een soort profeet gezien, of tenminste als een verlichte geest. Uit een groot aantal briefwisselingen met de grote geesten van zijn tijd blijkt dat hij het middelpunt vormt van een wijdvertakt vriendschappelijk web van vrije denkers. Ondanks dat het meeste van zijn werk postuum is uitgegeven, was hij al tijdens zijn leven vermaard en beroemd in heel Europa.

Dat Spinoza volgens zijn eigen leer leeft wordt mooi geïllustreerd aan de hand van een citaat uit zijn Ethica: “het past, zeg ik, een wijs man zich te versterken en te ontspannen met bescheiden en smakelijk eten en drinken, alsmede met fraaie groene planten, met kleding, muziek, sport en spel, toneel en dergelijke, waarvan ieder gebruik kan maken zonder iemand anders te schaden” [Ethica IV, 45, scholium]. Er wordt over hem beweerd dat hij een ascetisch leven zou leiden, maar uit het citaat blijkt dat een sober leven wel degelijk comfortabel kan zijn en dat het voor hem van belang is in zijn levenswandel geen anderen te schaden. Het zou goed kunnen zijn dat hij mede hierdoor heeft besloten veel van zijn werk niet tijdens zijn leven uit te geven, maar dit overliet aan het oordeel van zijn vrienden.

Belangrijke achtergrondinformatie hierbij is dat binnen Europa, in de Nederlanden een relatief grote mate van vrijheid van meningsuiting en vooral drukpersvrijheid heerst, waardoor hier veel verboden boeken worden gedrukt, al dan niet anoniem. Desondanks leeft Spinoza deels ‘ondergronds’ omdat ook binnen zijn kring er mensen opgepakt en gemarteld worden [zijn goede vriend Adriaan Koerbagh bijvoorbeeld]. Hij draagt een zegelring met de tekst CAUTE [behoedzaam], de tekst die ook in zijn grafsteen staat gegraveerd.

In Spinoza en het spinozisme van Pierre-François Moreau kwam ik een veelzeggende passage tegen: “We weten […]dat Spinoza, ook al zocht hij eerbewijzen noch conflicten […] het middelpunt vormde van een netwerk van vrienden, leerlingen en correspondenten, zoals men kan verwachten van een auteur die intermenselijke verhoudingen in ieder werk van zijn hand in het hart van de definitie van het individu plaatste”. Zonder hier in detail te treden over zijn filosofie, durf ik te zeggen dat zijn hele denken doortrokken is van harmoniserende waarden.

Als jood in de christelijke Nederlanden heeft religie een belangrijke plek in zijn leven en dan vooral als fascinatie. Het versplinterde religieuze landschap hier, laat hem kennismaken met de vele vormen en opvattingen. Mogelijk dat hij hierdoor werd aangemoedigd zijn eigen visie hierop te ontwikkelen. Hij zag god vooral als een filosofisch idee en in zijn filosofische werk wordt duidelijk dat hij god -kortweg gezegd- in alles om hem heen kan waarnemen; in de gehele natuur. Ook de mens is onderdeel van deze natuur. En zo is de natuur volgens hem de ware god; onvoltooid en oneindig en onpersoonlijk. Tegenstanders reageerden toen fel: “wat blijft er dan nog over van god?” en noemden hem een atheïst.

Bijna dagelijks kijk ik vanaf het balkon van mijn vriend direct op de Nieuwe Kerk in Den Haag en op de tuin met daar het graf van Spinoza. Het is één van de eerste filosofen waarover ik iets las en kon me destijds onmiddellijk vinden in zijn ideeën. De idee dat de mens onderdeel van de natuur is, bedenk ik me iedere keer wanneer ik vanaf het balkon naar beneden kijk. En of die natuur dan goddelijk of wonderlijk of toevallig is, dat is in mijn opvatting slechts een taalkundige benadering van dezelfde ervaring. Dat de grondlegger van dat gedachtengoed daar ligt, als onderdeel van mijn dagelijkse omgeving, ontroert me.
balkon
Los dus van de leeservaring – ik heb eigenlijk alleen over hem gelezen en niets van hem – heeft Spinoza betekenis in mijn leven en maakt hij er bijna fysiek deel van uit. Wanneer ik mensen ontmoet en wil leren kennen stel ik vaak de vraag aan hem/haar of de mens ook een dier is of niet. Die vraag komt voort uit zijn gedachtengoed en vind ik veel interessanter om van mensen te weten, dan bijvoorbeeld de vraag of zij al dan niet in een god geloven, omdat god in net zoveel gedaanten voor komt als dat er mensen zijn. Het antwoord op de vraag of mensen dieren zijn, vertelt zoveel meer over iemand en geeft ook veiliger en minder beladen gespreksstof dan de godsvraag.

Bij het maken van voorgaande foto’s zag ik dat de kerk dateert van 1658…enkele jaren later kwam hij in Den Haag wonen, vlakbij deze –voor die tijd- spectaculair moderne kerk met zijn bijzondere plattegrond en dakconstructie. De boom waaronder hij ligt, wordt dagelijks tijdens schemering bezocht door een grote groep parkieten; exoten…net als hij.

gelezen:
Spinoza en het spinozisme: een inleiding, Pierre-François Moreau, 2004 Damon Budel
De Gezegende; het leven van Spinoza in honderdzeven scenes, Theun de Vries, 1985 Querido Amsterdam

ai! [of A.I.?]

De vooraanstaande Cambridge University gaat onderzoek doen naar de potentiële gevaren van kunstmatige intelligentie [Artificial Intelligence: AI].

De universiteit richt een Center for the Study of Existential Risk op en gaat onder meer het mogelijke gevaar van kunstmatige intelligentie onderzoeken. “Het is een aannemelijke voorspelling dat ergens in deze of de komende eeuw intelligentie zal ontsnappen aan de huidige biologische beperkingen”, aldus Huw Price, filosofieprofessor aan Cambridge. “Dan is de mens niet langer het slimste ding op aarde.”

Price benadrukt dat het niet gaat om kwaadaardige machines, maar om machines die zich niet interesseren voor onze belangen. Als voorbeeld noemt de professor het bestaan van intelligente machines die niet geven om duurzaamheid. Hij vergelijkt het risico met de manier waarop mensen het bestaan van diverse dieren bedreigen of hebben bedreigd.
“Mensen zien het gevaar van kunstmatige intelligentie als een verwaarloosbare zorg, maar we weten niet hoe serieus het risico is. We weten niet in welk tijdsbestek het zich gaat ontwikkelen en zorgen wegwuiven is gevaarlijk”, aldus Price. [bron: http://www.nu.nl]

Al tientallen jaren is dit voer voor science-fictionschrijvers en futurologen en het verbaast me enorm dat er dan nu pas serieus onderzoek gedaan gaat worden! Afgelopen maart heb ik al een gerelateerd bericht geplaatst met een boeiende TEDtalk…hier is ie nog een keer:

Onder Kevin Kelly’s eindredactie (van 1992 tot 1999) wint Wired Magazine in 1994 de National Magazine Award for General Excellence. Vanaf 1999 geldt hij als ‘senior maverick’ van de Wired-redactie. En in 2000 is Kelly medeoprichter van de All Species Foundation die zich tot doel stelt alle organismen op deze aarde in kaart te brengen. In één van zijn bekendste boeken, Out of Control (1994), richt hij zich op de ‘new biology of machines’. Hij voorspelt dat machines zo complex en autonoom zullen worden dat ze meer op levende wezens zullen gaan lijken. In zijn nieuwste boek, What technology wants (2010), gaat hij nog een stap verder en beschrijft hij hoe nieuwe technologieën net als levende organismen hun eigen behoeften zullen hebben. Het ‘technium’, het netwerk aan interacterende stukjes technologie, krijgt een eigen dynamiek die nog maar ten dele voorspelbaar is, maar in elk geval onomkeerbaar. Technologie zal diverser, complexer en meer alomtegenwoordig worden. De mens zal hier rekening mee moeten gaan houden, om een houdbare situatie voor de toekomst te creëren. En het zal ons hele beeld van zelf, individu en gemeenschap danig gaan veranderen:

levende ideeen

Filosoof Daniel Denett spreekt over memes; concepten die evolueren, waardoor de biologie van de mens verder evolueert.

Meme (memetica)
Een meme is een begrip uit de memetica en betekent een idee dat zich onder informatiedragers verspreidt (tot nu toe voornamelijk menselijke hersenen en sociale netwerken), en wordt ook wel omschreven als een besmettelijk informatiepatroon. In meer specifieke termen: een meme is een zichzelf vermeerderende eenheid van de culturele evolutie, zoals een gen de eenheid is van de biologische evolutie.

wat eten we vandaag?

Uit het Soeterbeeck Programma n.a.v. een lezing komende maandag 2 juli:

Waarom zou je dure schoenen kopen als je met dat geld ook een hongerig kind in Afrika kunt redden? De wereldberoemde Australische filosoof Peter Singer is de bekendste aanhanger van het utilitarisme: het goede doen is doen wat het grootste geluk voor het grootste aantal oplevert.
Dit utilitaristische denken levert Singer stevige discussies op. Vooral als hij het toepast op dieren. Deze godfather van de Animal Liberation-beweging vindt dat dieren niet minder waard zijn dan mensen. Mensen kunnen in principe gelukkig zijn, zonder daarvoor dieren te laten lijden. We hoeven daarom geen gebruik te maken van dieren. Zo wordt gestreefd naar een maximalisatie van geluk en minimalisatie van leed.
Het utilitarisme heeft volgens Peter Singer, hoogleraar Bio-ethiek aan Princeton University, een antwoord op alle crises van de 21ste eeuw: wereldarmoede, klimaatverandering, voedselproductie en dierenrechten. Marcel Becker, ethicus aan de Radboud Universiteit Nijmegen, gaat in gesprek met deze spraakmakende en volgens sommigen gevaarlijke denker.
Peter Singer mengt zich veel in het publieke debat. Zo schrijft hij opinieartikelen over actuele kwesties voor de kwaliteitskrant The Guardian. Peter Giesen van De Volkskrant interviewde hem over armoede in de wereld. En Trouw gebruikt de ethiek van Peter Singer bij de discussie in de Eerste kamer over ritueel slachten.
Afgelopen week ontving hij de hoogste Australische onderscheiding van de Britse koningin Elizabeth: Companion in the Order of Australia. Hij kreeg deze onderscheiding onder andere voor zijn aanzienlijke bijdrage aan het debat over dierenrechten en armoede in de wereld.

vooruitgangsdenken

de Britse cultuurfilosoof John Gray noemt vooruitgangsdenken een nieuwe religie met eigen dogma’s. In de documentaire Surviving Progress wordt deze stelling onderzocht en wordt en passant een treffend en verbluffend compleet portret geschetst van de staat waarin we nu verkeren.

De IDFA beschreef de film vorig jaar zo: “Wat is vooruitgang? Betekent vooruitgang per definitie verbetering? Zijn onze hersenen erop toegerust om de snelle (technologische) veranderingen van de laatste eeuwen bij te benen? Is het mogelijk om eeuwig in hetzelfde tempo te blijven doorgroeien? Of worden de toverwoorden van de komende decennia juist versobering, krimp en consuminderen? Over deze vragen buigen wetenschappers, filosofen en cultuurcritici zich in een bloemrijk docu-essay, gebaseerd op het boek A Short History of Progress (2004) van de Canadese publicist Ronald Wright. Wright’s centrale these is dat we in een zogeheten ‘vooruitgangsval’ zitten: de technologische innovaties volgen elkaar zo rap op dat onze voetafdruk te groot dreigt te worden. Ook is de wereldbevolking sinds de Tweede Wereldoorlog stevig uitgedijd, en heeft de na de val van het communisme gegroeide wereldorde economische groei tot enige ideologie verheven. Volgens Wright, die de vergelijking maakt met de catastrofe op Paaseiland, zorgt dit voor een cocktail die ons zal vergiftigen als we ons consumptiegedrag niet aanpassen. Hij krijgt, in dit in sneltreinvaart vertelde en aantrekkelijk vormgegeven relaas, bijval van niet de minsten: milieuactivist Margaret Atwood, primatoloog Jane Goodall en bioloog David Suzuki, die onze aarde in webdoc The Test Tube al vergeleek met een reageerbuis die elk moment vol kan lopen.”

college

Filosoof Daniel Dennett geeft een lezing over het wonder van bewustzijn. Door middel van goocheltrucs en optische illusies maakt hij inzichtelijk hoe onbekend het brein nog eigenlijk is, maar vraagt zich ondertussen heel interessante dingen af. Voor ik er erg in had was het uur alweer voorbij en had graag een schoolbel gehoord op het eind :-)

fenomenaal

ik zat zojuist in mijn eentje achter de laptop te applaudiseren voor deze film…een meesterwerk dat hart en hoofd bij elkaar brengt; een hymne aan het leven en bewustzijn. Oneindig prikkelend of anders wel visueel betoverend elk van de 88 minuten.

Chris Gallagher’s feature-length film essay Time Being is an elegant and thought-provoking investigation of the nature and experience of time, and its filmic representation. 88 one-minute shots or shot-sequences counterpoint a spoken commentary that probes and questions the subject from many different angles – psychological, philosophical, mechanical, cosmological, artistic. Equally, Gallagher combines aspects of different cinemas – documentary, structural, poetic, narrative, and personal – skillfully interweaving all the elements into a complex yet coherent and surprisingly moving statement on the human condition. The most brilliant film on its subject I’ve ever seen, Time Being is cool and non-academic yet deeply engaged, and beautifully shot. An educational film in the best sense.

bekijk hem hier: https://vimeo.com/30698237

kip met gouden eieren


In de dierentuin van het Duitse Limbach-Oberfrohna is een konijn zonder oren geboren. De directie van de dierentuin hoopte er een goedlopende attractie van te maken, net zoals ijsbeertje Knut destijds in de dierentuin van Berlijn. Maar dat was te vroeg gejuicht. Bij het maken van een documentaire over het konijntje lette een cameraman niet goed op en trapte het arme beestje dood. ”Wij zijn allemaal geschokt en kunnen het niet bevatten”, aldus directeur Uwe Dempewolf van de dierentuin. Het konijntje zou de komende dagen worden gedoopt met de naam Til. De redenen voor de lichamelijke afwijking zijn onduidelijk. Mogelijk is er sprake van een genetisch defect. bron: nu.nl

Hieronder een bijzondere korte [10min] animatiefilm over hetzelfde sprookje met een soortgelijk verknipt plot. Een vreemde beeldtaal door tekeningen uit kinderboeken te combineren met boekjes om kinderen te leren lezen door alle elementen te voorzien van een tekstlabel. Het heeft daarmee iets van Heidegger’s filosofie dat de mens de wereld alleen nog maar door technische ogen kan bekijken; alles is grondstof geworden om een functie te hebben en daarmee zien we de hele wereld alleen nog maar als gebruiksartikel. De ware aard der dingen [het ‘dasein’ der dingen] staat steeds verder van ons af, waarmee de mens tegenover de natuur is komen te staan en ook de natuur in onszelf als ‘vreemd’ beschouwen. Of je deze gang van zaken nu toejuicht of betreurt, het is een sinds de prehistorie ingeslagen weg en we kunnen niet meer op onze schreden terugkeren. Niet de mens heeft de techniek, maar de techniek heeft de mens.

De hoofdpersonen in dit sprookje zijn twee kinderen die verbazingwekkend zelfredzaam zijn en volop initiatief tonen om de wereld naar hun hand te zetten, wanneer zij een vreemd toverend wezen ontdekken in het konijn dat zij zojuist gevangen hebben om te slachten. Onmiddellijk zien zij kans om het maximale uit deze buitenkans te halen. Uiteraard loopt dit uiteindelijk niet goed af na een surrealistische apotheose, waarna alle getoverde spullen plotsklaps veranderen in de oorspronkelijke grondstoffen. Waar zij voor zichzelf een gouden toekomst als koning en koningin zagen, worden ook zij overvallen door de oorsprong van de grondstof van de diamanten: zij vallen ten prooi aan insecten en sterven in een scene die doet denken aan Tristan en Isolde door Dali. Alles is illusie, zelfgebouwde illusie.